Vroeger ging ik regelmatig (lees; bijna elk weekend) richting de stad. Je begon rond middernacht in de stamkroeg en eindigde rond 3 uur in de disco. Daar bleef je uiteraard tot het licht aan ging, rolde rond 5 uur naar buiten, werkte nog een broodje shoarma naar binnen en bleef nog even hangen met de vrienden. Op het moment dat ik naar huis fietste, begon het zowaar al licht te worden. Soms was mijn moeder al op als ik thuis kwam (zij: ochtendmens, ik: niet). Dan dronken we samen nog een kop koffie (ik geloof wel eens in placebo effect van cafeïne en buiten dat, vond ik het altijd wel gezellig) en duikelde ik mijn bedje in. Als ik in de middag me het bed uitgesleept had, had ik altijd een beetje medelijden met mezelf. Moe man!
Ook heb ik wel eens niet kunnen slapen na een nachtdienst, door een noodgevalletje in de familie. Ik had dan ook nog de vette pech een tweede nachtdienst te hebben en pas na 36 uur ofzo mijn bed zag. Mensen die ook nachtdiensten draaien zullen het herkennen. Als je dan wakker wordt voel je je verrot, maar de dag erna komt pas de man met de hamer. Je ziet scheel van de vermoeidheid en je zit zo hoog in de emotie dat je overal wel om kunt janken.
Anywayyyyyyyyyy…….die vermoeidheid is niet te vergelijken met de vermoeidheid die ik voel tijdens de chemotherapie. Het is iets ongrijpbaars, of je op jezelf neerkijkt. Je ziet jezelf liggen op de bank, bed of de grond en je gilt inwendig: doe iets, sta op, doe je ogen open. Vervolgens verontschuldig je jezelf, omdat je gewoon echt niet weet hoe. Je wilt als een cartoon jezelf bij de kraag pakken en je een dikke schop onder je kont geven, maar aan de andere kant wil je in je cocon blijven, slapen en pas wakker worden als het ergste gevoel achter de rug is.
Ik zit nu in week twee van de vierde chemo kuur. Vorige week had ik voor de start van het infuus een afspraak met de specialist, om de uitslag van de CT scan te bespreken. Ik was stik zenuwachtig. De week daarvoor heb ik ontelbare schietgebedjes gedaan. Gehuild. Angsten uitgesproken aan vriendinnen. Wat als de tumor is gegroeid, wat als die hele chemo niks heeft geholpen. Heb ik dan niet hard genoeg gevochten? Ik wil verdomme niet dood. Bij elk pijntje ging ik twijfelen. Ik kende mijn lijf, maar het heeft me zo in de steek gelaten.
De specialist begint gelijk met de uitslag. Ze zijn blij. De tumor is niet gegroeid en er zijn geen nieuwe plekken bijgekomen. De lymfeklieren zijn rustig geworden en de uitzaaiing in de lever is dusdanig geslonken, dat ze de resterende kwaadaardige cellen waarschijnlijk zo weg kunnen branden. Ik voel me 10 kilo lichter en ik merk dat ik van de spanning de afgelopen week continue met opgetrokken schouders heb gelopen. Ik kan mijn schouders laten zakken en eindelijk mag ik een keer huilen van opluchting en niet van ellende. Ik zal Timor de tumor wel eens wat laten zien! Die chemo 4, die ga ik ook wel eventjes doen. Want ik weet nu waar ik het voor doe. Met een beetje mazzel heb ik nu nog 2 kuren van 3 weken (6 kuren in totaal), met een beetje pech 5, maar daar ga ik nu nog niet aan denken.
Nu is het natuurlijk helemaal niet waar dat ik de eerste week van chemo 4 wel even fluitend heb gedaan. Dat zou een mooi sprookje zijn. Ik kan de weken zo langzamerhand uittekenen.
Week 1: volkomen kut. Eten niks, drinken nihil (wel op aandringen). Slapen, slapen en nog eens slapen.
Week 2: iets meer in de benen en ik krijg een immense dorst en behoefte aan zout (bolognese chips cravings). Standaard een dutje per dag en voor de rest doe ik nog niet zo heel erg veel,
Week 3: ik voel me iets meer als mezelf, maar nog steeds dutjes en hooguit een uitje van 1 a 2 uur, anders ben ik de volgende dag gevloerd. Wel ga ik eten als een bootwerker en sta ik veel in de keuken om allerlei ingewikkelde recepten uit te proberen (ik heb een hobby jongens!).
De eerste week lijkt me zowaar mee te vallen. Begrijp me niet verkeerd, ik voel me nog steeds volkomen kut, maar het idee dat die rotzooi toch zijn uitwerking heeft, maakt dat ik het iets beter kan handelen.
En op vrijdag gaat het mis. Vrijdag is vaak de dag dat ik denk: het ergste is nu geweest. Ik weet dat ik in het weekend wel weer praatjes krijg en mijn eetlust weer wat terug komt. Het is rond een uurtje of 12 als ik van de toilet af kom en ik pijn krijg. Nu heb ik die pijn vaker, maar nu word ik overvallen door de snelheid waarin het toeneemt. Ook de intensiteit is iets wat ik niet herken. Nu ben ik zo eentje die bij pijn in haar schulp kruipt en als een zielig hoopje mens in het verste hoekje van de bank gaat zitten. Nu niet. Als een krijsende gorilla krioel ik over de bank en later verplaats ik me spartelend in bed. Ik kan alleen maar kermen: HELP MIJ, AUW en nog 385 woorden waarvan er geen 1 Frans is. Ik werk 2 tabletten snel werkende morfine naar binnen, maar ondertussen voelt het of mijn stuit uit elkaar getrokken wordt. Ik wil een kruik. Ik krijg een kruik. De kruik is veel te warm. Weg met die kruik! Ik wil een knuffel. Niet aan me zitten! Ik moet een trui, ik heb het koud. Veel te warm die trui! Mijn moeder heeft ondertussen de arts op de spoedlijn gebeld en de assistente verzekert haar dat we zo spoedig mogelijk worden teruggebeld. Zo spoedig mogelijk duurt uiteindelijk twee uur……..Ondertussen puf ik als een baar-vrouw samen met mijn moeder de pijn weg, doemen rampscenario’s van interne bloedingen en darmafsluitingen op in mijn hoofd. Na een uur ebt de pijn weg. Goddank. Waarschijnlijk is het toch een darm kramp of iets dergelijks geweest. Het zal allemaal wel. Ik ben lamgeslagen, kapot. De rest van de dag breng ik toch weer op de bank door, met de angst dat de pijn weer terug komt en het schuldgevoel dat ik mijn moeder zoveel angst heb aangejaagd.
Zaterdag ochtend is het knak. Ik wil mijn bed niet uit. Waarom zou ik. Zodra ik ga staan gaat de zwaartekracht me tegen werken en drukt het gewicht op die stomme tumor. Zolang ik blijf liggen heb ik tenminste even geen pijn, dan is het net of er niks aan de hand is. Waarom zou ik opstaan als ik toch niks kan ondernemen. Het is weekend, iedereen heeft vast plannen gemaakt. Ze gaan sporten, gaan erop uit, lekker het terras op of naar het strand, want het is knetter mooi weer buiten. Bijna dertig graden. En ik? Ik kan toch niet meedoen. Want mevrouw is te moe. Ik voel me donders alleen en heb nog geen stap naar buiten gezet deze week. Eind van de middag ben ik in dikke tranen en is mijn moeder er zat van. Ze zet een paar slippers voor mijn voeten en arm in arm zet ik eindelijk een stap naar buiten. Als bambi voor het eerst op het ijs.
Nu ik dit schrijf zit ik in de tweede chemo week. Dit houdt in: 8 chemo tabletten per dag en ik voel me wat beter. Niet als mezelf, maar wel beter. De volgende blog zal een brief worden aan mezelf. Wat ik altijd moet blijven onthouden in mijn slechte week. Misschien zit je zelf in een soortgelijk traject en heb je er wat aan. Of sta je naast iemand met kanker en kan dit een leidraad voor je zijn. Het komt goed. Echt wel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb