De oplettende lezer heeft in mijn vorige stukje misschien opgemerkt dat ik benoemde, dat ik de bestraling al achter de rug had. Op 24 juni had ik een afspraak staan bij de radiotherapeut. Ze begint ons gesprek met: “ Laat ik je eerst maar vertellen wanneer je met de bestraling kunt beginnen, want dat is natuurlijk wat je graag wilt weten. Ik heb de afspraken naar voren verplaatst en komende maandag kun je beginnen”. Nou hèhè, deze dokter snapt hoe je vrienden maakt. Eindelijk. Eindelijk, kan ik starten. Eindelijk wordt er wat aan de tumor gedaan. Ik mag beginnen.
Kort wordt uitgelegd wat de bestraling precies doet. Het doel is (natuurlijk) om de kankercellen te vernietigen. Bestraling beschadigt het DNA in een cel. Als het DNA zoveel schade oploopt, kan de cel zich niet meer delen en sterft af. Omdat kankercellen sneller delen dan gezonde cellen, zijn ze gevoeliger voor de bestraling, dus het DNA raakt sneller beschadigd. Daarbij herstellen ze minder goed van bestraling dan de gezonde cellen. Ik krijg vijf bestralingen, van maandag tot en met vrijdag. Daarna heb ik een week om bij te tanken en vervolgens start ik met de chemotherapie op 13 juli.
Na de verdere info en een bult aan papieren rijker, moet ik me melden voor een CT scan en het aanstippen van tatoeage punten. Voordat ik plaatsneem in de wachtkamer, wissel ik snel even van ondergoed op het toilet. Ik ben de preutsheid zo onderhand wel een beetje voorbij, maar een hipster is toch wat “gekleder” dan een string toch? Waar een mens over nadenkt in zulke tijden!
Ik had me de moeite beter kunnen besparen, want zodra ik op mijn buik op de behandeltafel lig, wordt de hipster resoluut weer naar beneden getrokken door een verpleegkundige. Ze legt uit wat ze gaat doen. Eerst zullen ze bepaalde punten markeren met een rode stift, daarna krijg ik drie tatoeage punten. Die punten zorgen ervoor dat ik elke keer goed onder het bestralingsapparaat lig en zorgt er daardoor ook voor dat zo min mogelijk van het gezonde weefsel wordt aangetast. Ik dacht nog met mijn blonde hoofd: dat zal wel gebeuren met watervaste stift….ofzo…..
“Mevrouw, dan komt nu de naald met de inkt”. Pardon? Huh? En ja hoor, ik krijg een punt op mijn linker bil, eentje op mijn rechter en eentje net boven de bilnaad. Ik zal me niet aanstellen verder, maar respect voor al mijn leeftijdsgenootjes die een aarsgewei hebben laten tatoeëren in hun twintiger jaren. Iets met zenuw uiteinden en tegen het plafond schieten. Na de CT scan kan ik naar huis. Daar kijk ik in de spiegel. Drie rode kruizen en drie zwarte stippen. Op mijn achterwerk. Voor mijn leven getekend.
De week daarop tuf ik elke dag op en neer met J en met M. De bestraling zelf duurt niet eens zo lang. Elke dag hetzelfde riedeltje. Parkeren, langs de triage (nog steeds geen corona), wachten in de wachtkamer, uitkleden, in mijn onderbroek door de gang, liggen, door de verpleegkundigen wordt ik in de goede houding gelegd, het bestralingsapparaat (wat wel wat wegheeft van een hoogtezon) draait een rondje om me heen en na 10 minuten sta ik weer buiten. Dat doe ik vijf keer. Na bestraling nummer vijf ben ik opgelucht. Dat viel allemaal achteraf gezien best mee. Dat heb ik maar even mooi gedaan! Wist ik veel dat de bijwerkingen van de bestraling pas na 1 a 2 weken naar boven komen drijven. Dat had de radiotherapeut me even niet duidelijk uitgelegd.
Drie dagen na de bestraling word ik misselijk en heb totaal geen eetlust. Ik bel naar het ziekenhuis en ze zijn erg begripvol. Ik krijg meteen een recept voor de metocloperamide om de misselijkheid te onderdrukken. Dit doet gelukkig zijn werk en langzaamaan kan ik weer wat kleine beetje eten. Vervolgens steekt vermoeidheid de kop op. Een vermoeidheid die ik niet herken. Ik ben niet zo iemand die tijdens een film op de bank in slaap valt of iemand die kan power nappen. – Een powernap van een half uur? Ik doe er een half uur over om in slaap te vallen – Nu slaap ik ongeveer 75% van de dag, ik zie dubbel van de vermoeidheid en loop met moeite naar de wc.
Daar heb ik dus de meeste moeite mee. Laten we elkaar geen mietje noemen, we gaan allemaal naar de wc en jullie weten nu ook allemaal waar bij mij de kanker zit. Door de bestraling zijn mijn darmen en blaas geprikkeld en opgezet. Dus ik heb de hele dag het idee dat ik naar de wc moet, terwijl er buiten bloed en slijm niks komt. Ik word er doodmoe van. Ik wil een pluche toiletbril voor comfort en een tv in de toilet voor afleiding. De pijn die af en toe in vlagen naar boven komt is soms niet te harden. Ik krijg zweet aanvallen, wordt licht in mijn hoofd en mijn mond voelt droog. Kermend en huilend zit ik in het kleinste kamertje van het huis. Dit is gênant, niet eerlijk, ik kan dit niet, ik red dit niet, ik wil dit niet. Weer bel ik met het UMC. Ik zit zo onderhand op 20 mg langwerkende morfine in de ochtend en 30mg voor de nacht en in overleg met de assistent van de radiotherapeut mag ik de kortwerkende morfine ophogen naar 10mg per keer, in plaats van 5mg. Ze zullen de volgende dag terugbellen hoe het gaat.
De volgende dag (na geen oog dicht te hebben gedaan):
- Hoe gaat het nu?
- Nu wel redelijk
- U gebruikt wel erg veel morfine he?
- Dat heb ik in overleg met de huisarts en de assistent van de radiotherapeut gedaan
- O….heeft u zoveel pijn dan?
Zucht……..tel tot 10, tel tot 10.
Ja mevrouw zoveel pijn heb ik.
En morgen moet ik starten met de chemo…
Maak jouw eigen website met JouwWeb